Het best bewaarde geheim van de Jordaan is dat naamgever Nol Uilenbroek van Cafe Nol geboren Rotterdammer is. Hij werd tijdens de oorlog in Amsterdam gelegerd als marinier. Na de capitulatie bleef hij plakken en leerde ras-jordanese Miep kennen. Het stel trouwde en de rest van hun leven bleven Nol en Miep midden in het hartje van de Jordaan wonen.

Zingende kelner

Nol leerde Miep kennen in Cafe de Kuil in de Oudebrugsteeg, tussen de Warmoestraat en het Damrak. Nol werkte in de Kuil en was collega van Jantje ‘Johnny Jordaan’  van Muscher, de zingende kelner. Bovendien raakte hij er bevriend met latere grootheden van het Nederlandse lied zoals Willy Alberti, de neef van Jantje. Ook Manke Nelis en Johnny Meijer werden via de Kuil vrienden van Nol. Nol zette z’n carrière voort in Cafe Mercurius op de Nieuwedijk en kocht na 13 jaar van zijn spaarcenten Cafe Huisman in de Westerstraat. Dat doopte hij in 1966 om tot Cafe Nol, altijd Lol.

Altijd lol

De slogan, waar geen duur reclamebureau aan te pas kwam, is na 52 jaar onveranderd. En ook de oorspronkelijke opzet van het cafe werkt nog altijd als een tierelier. De formule van het familiebedrijf Cafe Nol is eenvoudig. Ze wordt vandaag de dag door kleindochter Anne-Marie voorgezet: Nederlandstalige en LIVE gezongen muziek uit de luidsprekers, 2 meiden achter de bar, 2 kelners op de vloer in de zaak, en vader Nol, tegenwoordig Henk of Jamy, als gastheer bij de deur.[/vc_column_text][vc_single_image source=”featured_image” img_size=”full”][vc_column_text css=”.vc_custom_1535546686442{margin-bottom: 0px !important;}”]Foto: Prive archief familie Uilenbroek.

Miep, de vrouw van Nol, vond dat een cafe er uit moest zien als je huiskamer. Bij Cafe Nol kom je dus al bijna 52 jaar op visite. Op de foto het echtpaar Uilenbroek in hun woning boven de zaak.

Diep in mijn hart kan ik niet boos zijn op jou

O ja, Dat 2e goed bewaard geheim van de Jordaan. Een andere Rotterdammer, Jaap Valkhof, schreef en componeerde de 2 bekendste hits van Tante Leen: Diep in mijn hart en O Johnny. Rotterdammers zijn met recht trots op hun Japie, ‘de portier van de Oase Bar’. Jaap zit heel diep in hun hart. En de Amsterdammers? Die kunnen onmogelijk boos zijn op Jaap. Ze weten immers al generaties lang: in Rotterdam wordt het verdiend …en in Mokum wordt het uitgegeven!